Over voeding, beweging en leefstijl in zijn geheel, een vertaling van wetenschap
naar de praktijk.

Mijn naam is
Davíd van Eerd en zet als arts leefstijl in ter preventie én behandeling van leefstijlgerelateerde aandoeningen zoals obesitas, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. 

Kennis in beweging voor een gezonder leven!

Gedurende de studie Geneeskunde zag ik tijdens mijn eerste ziekenhuisstage patiënten met Diabetes type 2 die totaal de controle over hun eigen gezondheid kwijt waren. Met breed scala aan bijkomende gezondheidsklachten wekten deze patiënten de indruk dat ze zelf nauwelijks nog invloed hadden op hun gezondheid en dat het aan de arts was om hen beter te maken. 
Na het afronden van mijn studie werkte ik op de Eerste Hart Hulp, waar ik patiënten opving met klachten variërend van pijn op de borst tot acute hartinfarcten. Ook hier zag ik mensen volledig in de rol van patiënt verdwijnen, waarbij adviezen over wat ze z
élf konden doen om hun gezondheid te verbeteren nauwelijks binnen leken te komen. In mijn achterhoofd groeide de onvrede hiermee, doordat ik in de tussentijd naast mijn studie onderwijs kreeg over leefstijlgeneeskunde en ervaring opdeed met de effecten die relatief eenvoudige aanpassingen in voeding en beweging kunnen hebben. Ook in mijn omgeving buiten het ziekenhuis begon ik regelmatig mensen te zien die worstelen met onderwerpen als overgewicht en diëten, waarbij het niet lukt om blijvende verandering te realiseren. 

Mijn missie is daarom: mensen informeren en motiveren voor een gezonde én prettige leefstijl, zodat niet de dokter maar zij zélf de regie krijgen over hun gezondheid. De meeste van deze aandoeningen zijn namelijk te voorkomen of zelfs te genezen met een gezondere leefstijl!

Leefstijlgerelateerde aandoeningen in cijfers
In 2018 had 50,2% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder matig of ernstig overgewicht. Dit is een sterke toename ten opzichte van 35.1% in 1990. Het aandeel mensen met ernstig overgewicht (obesitas) is in dezelfde periode verdubbeld van 6,2 tot 13,9%. 
Overgewicht komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Bij obesitas (ernstig overgewicht) is dat andersom: meer vrouwen hebben obesitas dan mannen. Naarmate de leeftijd stijgt neemt het aandeel mensen met overgewicht toe, zo komt bij 65-plussers het meeste overgewicht voor.  Ook aan overgewicht gerelateerde ziekten nemen steeds verder toe. Zo hebben in Nederland bijna 1.2 miljoen mensen diabetes, waarvan 90% diabetes type 2, een vorm van suikerziekte die vrijwel altijd het gevolg is van een ongezonde leefstijl. Hart- en vaatziekten en diabetes staan tevens in de top 3 van ziekten met de grootste ziektelast en verlies van gezonde levensjaren
(1).
De verwachting is dat deze cijfers de komende jaren verder door zullen stijgen, tot een percentage overgewicht in de bevolking wat in 2040 naar schatting boven de 60% zal liggen.
Voor een verklaring hiervoor hoeven we niet ver terug te kijken in de geschiedenis. 
De toegenomen welvaart en industrialisatie van de afgelopen eeuw heeft ons namelijk op gezondheidsvlak in zekere zin meer nieuwe problemen dan oplossingen gegeven. Sinds de industriële revolutie zijn we op grote schaal relatief goedkoop voeding gaan produceren, zonder er veel inspanning voor te hoeven leveren. Tegelijkertijd hebben de miljoenen jaren evolutie die eraan vooraf gingen ervoor gezorgd dat het lichaam ingesteld is om efficiënt met voeding om gaan, om energie te sparen voor periodes waarin beperkt voedsel beschikbaar was. Sinds halverwege de vorige eeuw zijn er echter in de westerse wereld nauwelijks meer mensen die in voedselschaarste leven. Doordat er op vrijwel elk moment van de dag voedsel aanwezig is, waarvan veel sterk bewerkt is met grote hoeveelheden energie per portie, zijn deze mechanismen tegen ons gaan werken. Eenvoudige biologische gevolgen dus, waarop de geneeskunde helaas nog geen oplossing heeft weten te vinden. In dezelfde periode zijn er een hoop medicijnen ontwikkeld, maar is de focus van artsen steeds meer verschoven naar het stabiel houden of genezen van zieke mensen dan een focus op gezondheid. Er is daardoor tegenwoordig meer sprake van "ziekenzorg" dan gezondheidszorg.

(bron: CBS)

Overgewicht, obesitas en andere leefstijlziekten lijken eenvoudige aandoeningen, maar ontstaan binnen een complex biopsychosociaal geheel, een combinatie van onze biologie, psyche en omgeving. Deze ziekten worden namelijk beïnvloed door uiteenlopende factoren, zoals genetische, hormonale en metabole afwijkingen, gedragsmatige of psychologische problemen en sociaal-culturele invloeden. 

Tot nog toe is de maatschappelijke en medische aanpak voor dit probleem ontoereikend. Het traditionele (dokters)advies “eet minder, beweeg meer” is een dooddoener die kort door de bocht en uiterst ineffectief gebleken is. Om leefstijlverandering tot stand te brengen is betere educatie en begeleiding op het gebied van voeding, beweging en gedrag nodig. Recent zijn met het Nationaal Preventieakkoord en de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI) gelukkig de eerste stappen in de goede richting gezet, maar er is nog heel veel winst te behalen. 


      Het traditionele advies “eet minder, beweeg meer”
is uiterst ineffectief gebleken

Waartoe leiden leefstijl gerelateerde ziekten op de langere termijn?
Leefstijl gerelateerde ziekten als obesitas, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten zijn sluipende aandoeningen. Ze ontstaan niet van de een op de andere dag, maar nemen langzaam toe in ernst. In de beginfase zullen mensen daarom vrijwel geen klachten hebben, en ook uiterlijke kenmerken openbaren zich vaak pas in een later stadium. Een wat verhoogde bloeddruk en beginnende aderverkalking geeft niet direct klachten, en ook wat kilo’s extra lichaamsvet vallen vaak niet zo op wanneer deze er verspreid over meerdere maanden of jaren aankomen. Het is daarom belangrijk om duidelijk voor ogen te hebben welke gevolgen deze ziekten hebben op de middellange en lange termijn. 

The Sick Aging Phenotype, het ongezond ouder worden.
In het boek The barbell prescription (2) beschrijft dr. Jonathan Sullivan, een Amerikaanse spoedeisende hulp arts, het sick aging phenotype, vrij vertaald de ziek ouder wordende mens.
Hij doelt hiermee op de inactieve, ongezond etende patiënt wiens gezondheid steeds kwetsbaarder wordt door een combinatie van het metabool syndroom, sarcopenie (verlies van spiermassa), osteopenie (verlies van botdichtheid), en polyfarmacie (bijwerkingen en interacties van medicatie). 

Metabool syndroom, een verzameling kenmerken passend bij een langdurige ontregeling van de stofwisseling: 
- Obesitas: een sterk verhoogde hoeveelheid vetweefsel onder de huid en rondom de organen, met name in het gebied rond de middel.
- Hyperglycemie en insulineresistentie: verhoogde glucosespiegels in het bloed en verminderde insulinegevoeligheid van lichaamscellen.
- Hypertensie: hoge bloeddruk.
- Dyslipidemie: verstoorde triglyceride (vet) en cholesterolwaarden in het bloed. 

Volgens de officiële definitie buiten het metabool syndroom vallend, maar sterk geassocieerd:
- Chronische systemische inflammatie, een langdurige laaggradige ontstekingstoestand van het lichaam door overactivatie van cellulaire en biologische afweermechanismen die schade aan weefsels aanrichten. Deze laaggradige ontsteking wordt in belangrijke mate veroorzaakt door signaaleiwitten (adipokines) geproduceerd in vetweefsel.  
 

Sarcopenie en osteopenie
Bij overgewicht neemt naast de vetmassa in eerste instantie ook de spiermassa toe (omdat de spieren een groter lichaamsgewicht moeten dragen). Echter, bij een langdurige inactieve levensstijl en overgewicht ontstaat een grote hoeveelheid vetmassa ten opzichte van de spiermassa. 
De hoeveelheid spiermassa beïnvloed het basaalmetabolisme, de hoeveelheid energie die in rust verbrand wordt. Wanneer de hoeveelheid spierweefsel afneemt, daalt ook de hoeveelheid calorieën die in rust verbrand wordt, wat het moeilijker maakt om een goed energiebalans te behouden.
Daarnaast neemt gedurende het normale verouderingsproces de spiermassa sowieso al af, onder meer door hormonale veranderingen. Dit maakt het moeilijker om spieren te behouden, terwijl een grotere hoeveelheid spiermassa en spierkracht een onafhankelijke voorspeller is voor de overleving. Dit betekent dat, ongeacht andere invloeden op de overleving, meer spiermassa een hogere levensverwachting met zich meebrengt (3)
Door minder fysieke belasting neemt daarnaast ook de botdichtheid af (osteopenie), wat een groter risico op breuken met zich meebreng. Ook heeft deze botontkalking negatieve metabole effecten, aangezien het skelet een actieve rol heeft in de stofwisseling, de aanmaak van bloedcellen en de mineraalhuishouding. 

Polyfarmacie, wanneer méér niet beter is.
Polyfarmacie betekent letterlijk "veelheid aan medicijnen", en wordt gedefinieerd als het gebruik van 5 of meer geneesmiddelen. Uiteraard kunnen juist gekozen medicijnen zeer nuttig zijn bij het behandelen van ziekten. Voordat ze op de markt komen worden ze uitvoerig onderzocht en getest op effectiviteit en veiligheid. Bij een longontsteking is er voor een dokter dan ook geen enkele maar één goede optie en dat is voorschrijven van een antibioticum. 
In de huidige gezondheidszorg wordt echter bij ziekten die veroorzaakt of beïnvloed worden door een ongezonde leefstijl, zoals hoge bloeddruk, diabetes type 2 en verhoogd cholesterol medicatie vaak als éérste keuze ingezet.
Voor de korte termijn lijkt het probleem hiermee opgelost, maar ondertussen wordt de aandoening die het probleem veroorzaakte niet aangepakt. De hoge bloeddruk, bloedsuiker, cholesterolwaarden die door de medicatie verlaagd worden zijn namelijk meestal slechts symptomen (uitingsvormen) van ziekten, die in het overgrote deel van de gevallen veroorzaakt of beïnvloed worden door een ongezonde leefstijl.  
Medicatie hiervoor inzetten als lapmiddel zorgt er doorgaans voor dat de dosis al snel niet meer effectief is, of dat er wanneer er nieuwe symptomen bij komen aanvullende medicatie nodig is.
Patiënten komen daardoor vaak uiteindelijk aan een hele batterij medicatie, met elk zijn eigen bijwerking. Voor deze bijwerkingen wordt soms ook weer een medicament gegeven, en medicijnen hebben onderling ook vaak invloed op elkaar (medicijn interacties). Hierdoor ontstaat al snel een complexe en oncontroleerbare situatie.

De Gevolgen: een praktijkvoorbeeld
Bovenstaande middellange termijn gevolgen van een ongezonde leefstijl zijn duidelijk, maar wel wat abstract. Wanneer we deze vertalen naar de lange
termijn gevolgen voor iemands leven, wordt de ernst hiervan duidelijker. 
Aan de hand van zijn 25 jaar lange ervaring op de Amerikaanse spoedeisende hulp schetst dr. Sullivan in het eerder genoemde boek twee fictieve patiënten: Wellness Will en Phat Phil.
Will en Phil zijn eeneiige tweelingen van 55 jaar oud en daarmee genetisch identiek, maar met een totaal verschillende leefstijl. Will is van jongs af aan fysiek erg actief geweest en gaat nog steeds twee keer per week naar de sportschool in voorbereiding op lange wandeltochten in de bergen. Hij heeft hierdoor de spiermassa vanuit zijn jongere jaren grotendeels behouden en weegt daardoor een robuuste 90 kilo bij een vetpercentage van 17%. Zijn dieet bestaat uit veel verse groenten, fruit, noten, vis en vlees, die hij meestal zelf klaarmaakt. Behalve af en toe paracetamol gebruikt hij geen medicatie, en op de controles van een moedervlek na komt hij nooit in het ziekenhuis. Will blijft tot ver na zijn pensioen actief en vitaal en overlijdt uiteindelijk op 88-jarige leeftijd tijdens een vakantie plotseling en zonder voorafgaand ziekbed aan een acute hersenbloeding. 
Zijn tweelingbroer Phil weegt daarentegen 130 kilo, met een vetpercentage van 48%, wat betekent dat de helft van zijn lichaam uit vet bestaat. Hij is een verstokte roker en drinker en zijn dieet bestaat uit magnetronmaaltijden, pizza en chips, weggespoeld met frisdrank. Hij doet wel regelmatig aan marathons, maar dan op Netflix. In plaats van de bergen in te trekken maakt hij frequente uitstapjes naar het ziekenhuis vanwege klachten van pijn op de borst, pijnlijke gewrichten en huidinfecties. Hij heeft diabetes type 2, hoge bloeddruk en fors verstoorde bloedwaarden op alle vrijwel alle vlakken. Ook heeft hij zonder het te weten een vernauwde kransslagader in zijn hart,  die er drie jaar later voor zorgt dat hij op de hartbewaking belandt na een hartinfarct. Daar brengt hij 6 weken door in bed, terwijl hij en zijn dokters strijden tegen de afnemende pompfunctie van zijn hart, een in het ziekenhuis opgelopen longontsteking en doorligwonden. Hij overlijdt uiteindelijk op 58-jarige leeftijd na een wekenlange lijdensweg. 
 


Twee in aanleg identieke mannen, met een drastisch verschillende levensloop. Dit scenario schetst een illustratief, maar wel erg somber beeld, en is dan ook verhaal van twee uitersten
.
 

Het goede nieuws is, dat het voor iedereen mogelijk is significante invloed uit te oefenen op het voorkómen of omkeren van dit soort aandoeningen door dagelijks de juiste keuzes te maken omtrent voeding, beweging, slaap en ontspanning.  Deze vier onderwerpen vormen dan ook de pijlers van de leefstijlgeneeskunde

De 4 leefstijl pijlers
Voeding -  Inspanning -  Slaap -  Ontspanning

Wat is immers een betere behandeling van leefstijlgerelateerde ziekten dan een aanpassing van de ongezonde leefstijl die ze veroorzaakt?

Gedrag
We hebben aan het begin van deze pagina gezien dat leefstijlziekten door een combinatie van factoren ontstaan. De effectiviteit van leefstijlbehandeling is echter afhankelijk van één cruciale factor: gedrag. De behandeling van leefstijlziekten komt neer op een duurzame aanpassing van gedrag. In tegenstelling tot "op dieet zijn" of "lijnen",  zijn leefstijlaanpassingen langdurig, bij voorkeur zelfs levenslang van aard. Op blijvende gedragsverandering zijn onder andere motivatie, zelfregulatie, gewoonten, en iemands omgeving van invloed (4). 
Motivatie is hierbij de drijvende kracht achter vrijwillig gedrag. De motivatie om een eerste stap te zetten naar gedragsverandering komt vaak voort uit verwachtingen over de einduitkomsten, zoals bijvoorbeeld gewichtsverlies. Motivatie om gedrag vol te houden heeft echter meer te maken met het hoe het gedrag zelf ervaren wordt. Wanneer gedrag goed voelt, prettig is om uit te voeren en past bij hoe iemand zichzelf ziet is de kans het grootst dat het langdurig volgehouden wordt. Het is daarom essentieel om op iemands motivatie aan te haken met een vorm van gedragsverandering die bij iemand past en waar plezier aan beleeft wordt. Daarnaast zal gekeken moeten worden welke aanpassingen aan iemands zelfregulatie, gewoonten en omgeving bij kunnen dragen aan het volhouden van het nieuwe gedrag. Tenslotte is ook kennis nodig over hoe dit alles inhoudelijk vormgegeven kan worden. Hiervoor dient de rest van deze website.  

"If someone wishes for good health, one must first ask oneself if he is ready
to do away with the reasons for his illness.
Only then is it possible to help him."  - Hippocrates
Bronnen: 
1. RIVM (2020): volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/overgewicht/cijfers-context/samenvatting

2. Sullivan, J.M., Baker, A. (2016): The Barbell Prescription: Strength Training for Life After forty. The Aasgard Company
3. 
Srikanthan P, Karlamangla A (2014): Muscle Mass Index as a Predictor of Longevity in Older-Adults. American Journal of Medicine 2014 Jun; 127(6): 547–553.
4. Hermsen, S, Rontelap A, de Weijer T, de Vries, M (2020): Handboek leefstijlgeneeskunde. Bohn Stafleu van Loghum
David van Eerd